Dit zijn de Neurologische niveaus (NLP) van de ervaring:
- omgeving (datgene waarop we reageren, wat ons omringt, mensen waarmee we in aanraking komen)
- gedrag (de specifieke handelingen die we uitvoeren, ongeacht ons vermogen)
- mogelijkheden (vaardigheden) (de gedragswijzen, tactieken, strategieën)
- overtuiging (waarden) (het scala van ideeën die we voor waar aanhouden en die we gebruiken als basis voor ons dagelijks handelen)
- identiteit (dit is mijn fundamentele ik-gevoel, de kern)
- spiritualiteit (het diepste niveau, waarom zijn we hier? waartoe dient mijn bestaan?) Een vertegenwoordiger denkt bijvoorbeeld op verschillende niveaus over zijn werk: Omgeving; deze buurt is een goed werkterrein, hier kan ik zaken doen. Gedrag; vandaag heb ik een opdracht binnengehaald, Bekwaamheid; ik ben in staat dit product te verkopen, Overtuiging; als ik goede zaken doe, maak ik vast promotie, Identiteit; ik ben een goede zakenman. In dit voorbeeld klopt alles, deze man heeft succes, zelfvertrouwen en identificeert zich op een positieve manier met zijn beroep. Wanneer er minder succes is dan vindt er binnen één of meerdere niveaus iets plaats dat niet ‘klopt’ of niet goed is onderzocht door de betreffende persoon. Bijv. Stel dat verkoopresultaten van deze vertegenwoordiger achteruit gaan, dan kan hij dit beschouwen door bijvoorbeeld in te zien dat er een veranderende markt is waardoor de verkoop terugloopt (omgeving), hij kan ook het gevoel hebben dat hij als mens faalt (bekwaamheid, overtuiging). Stel dat hij zich eigenlijk al tijden niet happy voelt in dit werk dan zou het op het niveau van de identiteit niet goed kunnen voelen. Hoe eerder je weet hoe het met jezelf gesteld is, hoe eerder je kan inzien dat je zaken wil/moet veranderen en op welk niveau.