Ieder mens is kind van ouders. Zonder ouders is er geen leven mogelijk. In de relatie ouder – kind wordt het leven doorgegeven. De relatie ouder – kind is ten diepste bepalend voor ons leven. De relatie ouder – kind is daardoor in het systemisch werk van grote betekenis.
Spiegelingen
Als vader en als trainer/coach heb ik in de afgelopen zeven jaren een ontdekkingstocht mogen doen, waarin mij steeds meer duidelijk werd over de relatie ouder – kind. Deze ontdekkingstocht begon voor mij in het vaderschap, waarin ik vaker dan me lief was tegen de opgave van het geven van opvoeding aanliep. Ik zocht een uitweg als vader, waarmee ik mijn kinderen meer kon dienen dan ik tot dan toe deed. Deze uitweg bleek te gaan over mijn eigen persoonlijke bewustwording en groei. Het heeft me geleid tot 3 principes die voor mij de essentie vormen in de relatie ouder – kind. En daarmee de essentie van de opvoedtaak van de ouder. De kennis en ervaring die ik in de afgelopen jaren hierover heb opgedaan, het vele dat mij in trainingen, contacten en boeken is doorgegeven, wil ik van harte aanreiken aan mensen die – net als ik destijds – in de relatie met het kind een opgave ontmoeten bij het geven van opvoeding. Hieronder treft u enkele passages aan van het boek Spiegelingen. Ik deel het graag met u. En mocht u hierop willen reageren, dan nodig ik u daar graag toe uit.
Het boek is verkrijgbaar bij Plata en kost € 38,-.
Willem de Bondt
Op deze pagina wordt ingegaan op het systemische kader in de relatie ouder – kind. Op basis van dit kader reikt Plata begeleiding aan voor ouders en voor kinderen in zowel individuele coachtrajecten als met workshops en trainingen.
Systemisch kader
In de relatie ouder – kind gaat het om de relatie, om de ouder en om het kind. Zo zijn er drie principes te onderscheiden in de relatie ouder – kind:
- Verbinding is de basis van de relatie tussen ouder en kind. In het principe verbinding gaat de aandacht uit naar de mens als contactwezen. De relatie tussen ouder en kind betreft de verbinding tussen beiden. De relatie tussen beiden vormt de essentie voor het familiesysteem: het doorgeven van het leven. Aan de ouder is het, om het leven door te geven. Aan het kind is het, om het leven aan te nemen. De relatie ouder – kind maakt het mogelijk, dat het leven doorgaat. De relatie ouder – kind vormt zo het centrum, het hart, van ons bestaan in het leven.
- Bestemmen is een taak van de ouder. In het principe bestemmen gaat de aandacht uit naar de mens als betekenisgevend wezen. Aan de ouder is, om het kind een bestemming te bieden, opdat het kan deelnemen: een plek in het leven bestemd voor het kind, die ruimte biedt aan het kind om in het leven op te groeien. De ouder voedt het kind op. De opvoeding beoogt, dat het kind vanaf de eigen plek de ruimte inneemt om zijn eigen levensdoel – zijn eigen bestemming – te gaan bereiken. Het leven is door de ouders bestemd voor het kind om de eigen beweging in de richting van de eigen bestemming te gaan maken.
- Deelnemen is een taak van het kind. Ieder mens is kind van ouders. Deelnemen is een taak voor ons allen. In het principe deelnemen gaat de aandacht uit naar de mens als levend wezen. Aan het kind is, om het leven aan te nemen en op te groeien, om zich te richten op het eigen levensdoel en daar naartoe te bewegen.
Leiderschap in ouderschap
Opvoeden is een belangrijke taak. Er bestaat veel aandacht voor het onderwerp en er bestaan vooral ook veel meningen over. Naar welke essentie zijn we zo op zoek? Zodra een kind onhandig gedrag vertoont, kan de opvoeding nadrukkelijk onze aandacht opeisen. Vooral als het erop lijkt, dat het kind iets niet wil aannemen van de opvoeder. Een kind kan zich belast voelen, zonder te beseffen wat er speelt. Of een kind kan sociaal onhandig gedrag vertonen, zonder te beseffen waarom dat eigenlijk is. Mensen kunnen dan gaan zoeken naar verklaringen. En voor we het weten, wordt het kind geïdentificeerd met iets dat volwassenen als een probleem ervaren. Soms gebeurt dat door het stellen van een diagnose. ADHD, PDDNOS zijn daar voorbeelden van. Maar daarmee zijn we er niet. Het kind vraagt in veel van deze situaties – vaak onbewust – om aandacht voor het eigen vermogen en onvermogen. Hier ligt een taak bij de opvoeder. Actueel is in het onderwijsveld, hoe ‘passend onderwijs’ vorm gegeven kan worden. In het ouderschap ontmoet de ouder leiderschapsvragen. En dat geldt niet alleen voor ouders. Ook mensen die een taak op zich nemen om het kind op voeding te brengen, kunnen voor dringende vragen komen te staan: wanneer heb ik mijn opvoedende taak goed en genoeg gedaan? Een opvoeder (ouder, opleider, begeleider) zal het kind optimaal behulpzaam zijn als deze de opvoedtaak vanuit de essentie op zich kan nemen. Die essentie is in één zin te vatten: Opvoeden is het ‘op voeding brengen’ van het kind, opdat het kind leert in de eigen voeding te voorzien.
Leren van ouderschap
Hoe kon ik weten, hoever ik mijn kind had te dragen? Hoe kon ik weten, zo is het goed en genoeg? Hoe kon ik weten, zonder te vragen? Hoe kon ik weten, dat ik mij zelf dan maar droeg? Leren van ouderschap vraagt om het doorlopen van een leerproces, waardoor de opvoeder (ouder, opleider, begeleider) vanuit zijn persoonlijk leiderschap effectiever kan opvoeden en vanuit de essentie van de opvoeding doorgeeft aan het kind. Voor het kind ontstaat daarin nieuwe ruimte om zich als lid van het systeem open te stellen om de opvoeding aan te nemen. In de onderlinge relatie levert verlichting van de opvoedingstaak op voor de opvoeder en het bevordert de acceptatie door het kind. Het leerproces van de ouder is een cyclisch proces, waarin vier stappen zijn te onderscheiden:
- Doorgave: Het leven is aan het kind doorgegeven, met alles waarover de ouder beschikt en waarover de ouder niet beschikt. Hieruit vloeit de eigen bestemming van het kind voort. De taak van de ouder is het kind op voeding te brengen opdat het kind gevoed kan gaan om zich te richten op de eigen bestemming in het leven.
- Opgave: De opgave in de opvoeding betreft de taak waarvoor de ouder zich gesteld voelt en ziet, waarbij de taak groter is dan de ouder voor zijn rekening kan nemen.
- Teruggave: De teruggave betreft het teveel dat de ouder op zich heeft genomen: taken die niet aan de ouder zijn om te doen. Daardoor ontstaat ruimte bij de ouder om zich te gaan richten op dat wat aan de ouder is om (wel) te doen.
- Overgave: De overgave betreft het als ouder mogen en kunnen aannemen van voeding, als kind van ouders. Wat de ouder zo aanneemt kan de ouder vervolgens weer doorgeven.
Wil je meer inzichten of verdieping over werken in verticale relaties zoals die van ouder – kind ? Kijk dan eens naar de opleiding Werken met Opstellingen, of één van de NLP opleidingen.